NL / EN

On-the-spot Music Teaching: De Muziekleraar in Onmiddellijke Muzikale Interacties.

In dit onderzoek wordt de muzikale interacties tussen de muziekleraar en de leerlingen in het secundair onderwijs bestudeerd. Aan de basis van de studie ligt de volgende onderzoeksvraag: in hoeverre bepaalt het muzikale handelen van de muziekleraar de kwaliteit van de muzikale interactie met leerlingen?
De Baets 2022

Thomas De Baets

Music Educator
Keywords: music education
Duration: 2007-2012
Period: 21st century music
Musician type: Music Educator
Host institution: Leuven University

In dit onderzoek wordt de muzikale interacties tussen de muziekleraar en de leerlingen in het secundair onderwijs bestudeerd. Aan de basis van de studie ligt de volgende onderzoeksvraag: in hoeverre bepaalt het muzikale handelen van de muziekleraar de kwaliteit van de muzikale interactie met leerlingen?

Dit onderzoek wil de invulling van het vak Muzikale Opvoeding sterker enten op het muzikale leerproces van de lerende en zicht krijgen op de rol die de muziekleraar hierbij best kan vervullen. Het betreft hier een artistiek onderzoek met een muziekpedagogische focus. Het is echter niet evident om het artistieke te benoemen in de muziekpedagogische praktijk. Dit probleem operationaliseren we in een bijkomende onderzoeksvraag: hoe kunnen we het begrip artisticiteit definiëren in de context van muziekpedagogie? We stellen dat de artisticiteit van de muziekleraar ligt in de mate waarin hij zijn muzikale competenties kan inzetten in zogenaamde onmiddellijke onderwijssituaties. We wijzen daarbij ook op het belang van routine binnen die onmiddellijkheid. Uiteindelijk focussen we op onvoorbereide niet-geroutineerde muzikale acties die we detecteren binnen de eigen onderwijspraktijk en vervolgens uitgebreid beschrijven.

De onderzoeker was in het kader van dit onderzoek een jaar actief als muziekleraar in een secundaire school in regio Leuven. De musicus is in deze studie dus tegelijk onderzoeker en onderzochte. Deze unieke positie is eigen aan artistiek onderzoek, maar zorgt wel voor een methodologische uitdaging. Men gebruikt handelingsonderzoek als belangrijkste inspiratiebron en ontwikkelt een eigen kwalitatief onderzoeksinstrument.

Het onderzoek resulteert in een analyse en categorisatie van de verschillende muzikale interacties (op basis van hun pedagogisch-didactische betekenis) en een veranderd gedragspotentieel van de muziekleraar. Naast de geschreven verhandeling is ook een digitaal portfolio met videofragmenten beschikbaar.

Prof. dr. Mark Reybrouck (1st promotor), Jan Haspeslagh (co-promotor)