NL / EN

The 'cello' in the Low Countries: The Instrument and its Practical Use in the 17th and 18th Centuries.

Naar de cello in Italië, Frankrijk en Duitsland is door veel wetenschappers en musici al uitgebreid onderzoek gedaan. De artikelen over de cello in de Nederlanden zijn echter op de vingers van één hand te tellen.
1439886085 elske tinbergen 2015 kleiner

Elske Tinbergen

snaarinstrument
Trefwoorden: cello, barokcello
Looptijd: 2006-2018
Periode: 17de eeuwse muziek, 18de eeuwse muziek
Type musicus: snaarinstrument
Universiteit: Universiteit Leiden

Haar onderzoek richt zich daarom specifiek op de cello in de Nederlanden, waarbij onder andere de volgende vragen aan de orde komen: Hoe werd het basinstrument uit de vioolfamilie genoemd (voornamelijk geschreven bronnen)? Hoe zag het eruit en hoe werd het bespeeld (afbeeldingen en instrumenten)? Wat voor muziek werd er op gespeeld? En was dit in de 17e eeuw anders dan in de 18e eeuw?

Het proefschrift zal de volgende hoofdstukken bevatten:

1 Introduction

2 Written evidence: Aan de hand van onder andere woordenboeken en traktaten wordt allereerst gekeken naar de naam voor het basinstrument van de vioolfamilie. Vooral in traktaten staat soms meer informatie over hoeveel snaren de cello bijvoorbeeld had, hoe groot het instrument was, over besnaring, over de strijkstok, et cetera.

3 Pictorial evidence: Aan de hand van meer dan 600 (voornamelijk 17e eeuwse) afbeeldingen wordt gekeken naar het uiterlijk van de cello en de strijkstok, hoe beiden vastgehouden en bespeeld werden, het geslacht van de bespeler, et cetera.

4 Instruments and their makers: In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van vioolbouwers die in de 17e en 18e eeuw in de Nederlanden actief waren. Aan de hand van overgeleverde instrumenten en beschrijvingen van gebruikte modellen wordt naar cello's op afbeeldingen gekeken. Hoe betrouwbaar zijn deze afbeeldingen eigenlijk?

5 Musical evidence: in dit hoofdstuk wordt een onderverdeling gemaakt tussen de 17e en de 18e eeuw. Wat betreft de 17e eeuw wordt gekeken welke ensemble-muziek op cello gespeeld zou kunnen zijn. Hierbij wordt onder meer gekeken naar de toonomvang van het instrument en de muziek en de technische mogelijkheden. Muziek uit de 18e eeuw is veel specifieker voor cello gecomponeerd. Hier wordt een beschrijving gegeven van de ons al bekende sonates van Willem de Fesch, Jacob Klein en Pieter Hellendaal. Naar de onbekende componist Alexis Magito (die 6 cellosonates componeerde) is uitgebreider onderzoek gedaan.

6 Conclusion

Prof. dr. h.c. Ton Koopman (promotor), prof. Frans de Ruiter (co-promotor), Viola de Hoog (co-promotor)