Trefwoorden: | performance practice, voice, plainchant, plainsong |
Looptijd: | 2004-2014 |
Periode: | oude muziek (voor 13de eeuw) |
Type musicus: | zang |
Universiteit: | Universiteit Leiden |
De vele uitdagingen en hindernissen kunnen opportuniteiten worden, als de uitvoerder de onzekerheden met eigen ideeën, kleuren en texturen gaat invullen. Hij/zij zal zelfs geneigd zijn buiten de lijntjes te kleuren, om zo de praktische en historische belemmeringen op een creatieve manier Nederlandse samenvatting 447 aan te pakken. De dubbele status van onderzoeker en/als uitvoerder is hierbij een belangrijke factor. Die status beïnvloedt de theoretische en de praktische kennis, alsook de ontwikkeling tot een ‘habitus van de expert’, waarin de belichaamde know-how en de tacit knowledge van de kunstenaar gevierd wordt. De resulterende grensvervagende activiteiten laten zich in drie ambities samenvatten. Ten eerste: kijken of en hoe de muzieknotatie van laatmiddeleeuwse gregoriaanse manuscripten concrete aanwijzingen geeft voor de uitvoering ervan. Ten tweede: meer in het algemeen zien en ervaren hoe de manuscripten zelf antwoorden kunnen geven op uitvoerings-gerelateerde vragen; hoe bepaalde karakteristieken van deze manuscripten zangers tot verrassende of onverwachte klanken en perspectieven kunnen leiden; hoe hedendaagse oefening in of beoefening van gregoriaans ons begrip van de verschillende historische bronnen kan beïnvloeden — met andere woorden: wat deze manuscripten ons doen doen als uitvoerders. En ten derde: het potentieel van de menselijke stem exploreren als een tool in de ontwikkeling van een uitvoeringspraktijk van laatmiddeleeuws gregoriaans.
Prof. Frans de Ruiter (1ste promotor), Prof. Ike de Loos (†, 1ste promotor); Marcel Cobussen (co-promotor), Pieter Mannaerts (co-promotor), Dirk Snellings (†, co-promotor)