NL / EN

Grenzen van het Hoorbare: Over de Meerstemmigheid van het Lichaam.

Grenzen van het hoorbare vangt aan met de omslag in de vokale muziek die luisteraars gedurende de laatste vijf decennia in staat stelt om harmonischen als schijnbaar afzonderlijke muzikale objecten te beschouwen, met behulp van de techniek van het boventoonzingen. De vrijwel totale afwezigheid van dit idee in Europese muziek van voorafgaande eeuwen verklaart ten dele waarom de ervaring van dit verborgen muzikale gebied vaak gepaard gaat met verbazing en ongeloof.
MARK VAN TONGEREN

Mark van Tongeren

zang, andere
Trefwoorden: polyphony, voice, harmonics, timbre, overtone singing, listening, phenomenology, ethnomusicology, body, Michael Vetter
Looptijd: 2005-2013
Type musicus: zang, andere
Universiteit: Universiteit Leiden

In de negentiende eeuw werden waarnemingen van vokale boventonen, vaak buiten muziekkringen om, gekenmerkt door een nadruk op het akoestische feit van boventonen. De meer recente muzikale toepassingen worden vaak vergezeld van spirituele interpretaties en claims. Mark van Tongeren vraagt zich in deze dissertatie af of het mogelijk is om deze dichotomie te overstijgen; om een taal te vinden die noch boventonen objectiveert, noch de waarnemer of zanger subjectiveert of vergeestelijkt, maar die als het ware spreekt vanuit de geluiden zelf. Terwijl het luisteren naar iemand die boventonen zingt een nieuw verschijnsel kan zijn voor een luisteraar, is de meerstemmige onderlaag van periodieke geluidsgolven zelf niet nieuw, integendeel. Deze onderlaag kan opgevat worden als een voorwaarde voor de menselijke stemmen, lichamen en bewustzijnen die een auditieve werkelijkheid bewonen.

De ondertitel ‘Over de meerstemmigheid van het lichaam’ wijst in de richting van één mogelijke uitkomst van de dichotomie-vraag. Het verlegt de aandacht van luisteraars, zangers en sprekers naar concrete patronen van sonische interactie die verdergaan dan datgene wat normaal gesproken als muziek (of muzikale performance) beschouwd wordt. Het draait de idee om dat een individu kan leren om de auditieve werkelijkheid te beheersen door boventonen te zingen, en begint in plaats daarvan met de omstandigheid dat de blauwdruk van de boventoonreeks vanaf de vroegste tijden sporen heeft nagelaten op het menselijk existeren in de wereld. Het voornaamste artistieke werktuig voor deze uitspraak is een serie composities, Nulpunten genaamd (ook geschreven als 0…), die deze harmonische blauwdruk hoorbaar maakt op een reductionistische manier, als een reeks permutaties van intervallen. Er is geen voorkeur voor specifieke trappen of constellaties van de harmonische reeks: alle mogelijkheden worden systematisch in kaart gebracht door de twee stemmen. Nulpunten worden in de hoofdtekst uitgelegd als een structurele oefening waarbij het geluid waargenomen kan worden als getal (specifieke nummers van de boventoonreeks) en als kwaliteit (bepaalde samenklanken ).

Prof. Frans de Ruiter (promotor), Joep Bor (promotor), Ben Arps (co-promotor), dr. Marcel Cobussen (co-promotor)